Vanochtend hebben we een wandeling door het plaatsje Paimpol gemaakt, want vanmiddag willen we bij hoog water vertrekken naar Saint Cast. In het weekend komt er slecht weer aan met veel wind. Weer een depressie met windkracht 8 onder Ierland, waar wij een stevige staartje van mee zullen krijgen. Dus willen we nu nog wat mijlen maken. Paimpol is een gemeente in het Franse departement Côtes-d’Amor (Noord Bretagne) en telt ca. 8000 inwoners. Paimpol ligt aan de uitgestrekte baai Anse de Paimpol, die bezaaid is met eilanden en klippen. Er zijn maar een paar te bevaren smalle routes om bij Paimpol te komen. Het is dan ook zaak om goed op te letten, want vele rotsen liggen ook net onder water. De baai reikt van de Pointe de Bilfot in het oosten, tot aan de Pointe de l’Arcouest in het Noorden. Het stadje Paimpol is sfeervol met haar redershuizen, charmante straatjes en het haventje van Loguivy-de-la-mer. Paimpol is in de 19e eeuw beroemd geworden dankzij Théodore Botrel en zijn lied “La Paimpolaise”. De stad is echter vooral bekend geworden door de kabeljauwvisserij in Newfoundland en IJsland, die bepalend zijn geweest voor haar geschiedenis. Vandaar dat Paimpol nog steeds een grote band heeft met IJsland. Maar tegenwoordig zijn de oesterkwekerijen en het toerisme de belangrijkste activiteiten van Paimpol. Daarnaast is Paimpol een geliefde verblijfplaats voor kunstenaars en schrijvers. Na het stadje te hebben bekeken, hebben we nog wat boodschappen gedaan en gingen we terug naar de boot om de reis naar St Cast voor te bereiden. De bewolking nam toe en het werd ook enigszins mistig. We vertrokken om kwart over twee naar de sluis. Achter ons kwamen nog twee Franse jachten in de sluis binnen, die in korte tijd allebei dwars in de sluis lagen tot groot vermaak van de aanwezige toeschouwers op de sluiskade. Nadat we langs de vele rotsen in de aanloop op zee waren, hesen wij onze zeilen en zetten we koers richting St. Cast, een afstand van 35 Nm. Omdat we met hoogwater moesten vertrekken, kregen wij de stroom het gehele traject tegen. Na dik een uur werd de wind minder en moesten we de motor af en toe bijzetten om toch tijdig in St. Cast aan te komen. We passeerden halverwege “Le phare du Grand Léjon”, een grote vuurtoren op een rots, die door de mist vaag te zien was. Behalve een paar jachten, vele vissersboten, drijvende visballen en –vlaggetjes was er verder niets te zien. Om acht uur ’s avond kwamen we langs de hoge en indrukwekkende Le Cap Frehel. Een dik uur later voeren we de nieuwe jachthaven van St Cast binnen en meerden we af in een fraaie box. Net toen we de elektriciteitskabel wilden uitleggen, begon het te plensen. En juist dan werkt de stroomvoorziening niet. Na wat gepruts met onze eigen kabels kwamen we er drijfnat achter dat het aan de elektriciteitspaal van de jachthaven lag. Een andere elektriciteitspaal werkte gelukkig wel en konden we alles weer even op orde brengen.
Morgen St. Cast maar eens bekijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten